Winstgevendheid in case-interview
Een gezond bedrijf maakt winst. Winst is de hoeveelheid geld die een bedrijf oplevert gedurende een bepaalde periode. Hoe meer winst een bedrijf maakt, hoe beter het is voor dat bedrijf. De winst kan in het bedrijf worden geïnvesteerd, waardoor het kan uitbreiden of kan uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.
Als een bedrijf geen winst maakt of als de winstmarge afneemt, dan is dat reden tot grote bezorgdheid. Het is dan zaak om de oorzaak van de winstproblemen te vinden en het tij te keren door passende maatregelen te nemen. Winstgevendheid is dus een interessant onderwerp voor een case-interview. Van jou wordt op zijn minst verwacht dat je de winstgevendheid van een bedrijf of een project kunt bepalen. Als je daarnaast ook nog kunt aangeven hoe het komt dat de winstgevendheid tegenvalt, dan zit je helemaal goed.
Winst bepalen
Als je de financiële gezondheid van een onderneming wilt beoordelen, moet je de winst nauwkeurig kunnen bepalen. Ook voor het bepalen van de verkoopprijs van je producten of het vaststellen van salarissen van je werknemers kan het van belang zijn om te berekenen hoeveel winst je bedrijf maakt.
Hoe bepaal je de winst? Heel simpel gezegd is de winst de totale omzet van een bedrijf over een bepaalde periode min de totale kosten in diezelfde periode.
Inkomsten
Als je de winst over een jaar wilt bepalen tel je alle inkomsten (opbrengsten) van dat jaar bij elkaar op. Dat kunnen inkomsten uit de levering van diensten zijn, de verkoop van producten, inkomsten door lidmaatschappen enz. Bij de verkoop van producten kun je hiervoor het aantal verkochte producten vermenigvuldigen met de verkoopprijs per stuk of een andere eenheid. Als je terugbetalingen hebt gedaan, bijvoorbeeld omdat er producten retour zijn gekomen, dan haal je die weer van je inkomsten af.
Bij de inkomsten kan het soms handig zijn om ze op te splitsen naar verschillende categorieën, bijvoorbeeld per soort klant, per soort product, per distributiekanaal of per regio.
Vaste en variabele kosten
De gemaakte kosten zijn te verdelen in vaste kosten en variabele kosten. Vaste kosten zijn niet rechtstreeks afhankelijk van het aantal producten of de hoeveelheid diensten die je levert. Voorbeelden van vaste kosten zijn je huur of je hypotheek en de salarissen van het vaste personeel. Variabele kosten variëren wel met de productie. Hoe meer je produceert, hoe hoger deze kosten zijn. Voorbeelden van variabele kosten zijn grondstoffen en leveringskosten. De variabele kosten zijn te bepalen door het aantal geproduceerde eenheden te vermenigvuldigen met de kosten per eenheid.
Winstproblemen
Als je inkomsten groter zijn dan je kosten, maak je winst. Is dat niet het geval, dan maak je verlies. In de opstartfase maken veel bedrijven verlies, maar op een gegeven moment moet een bedrijf winst gaan maken om levensvatbaar te zijn. Behalve dat verlies een reden tot zorgen is, kan ook een teruglopende winst dat zijn. Problemen kunnen op drie manieren ontstaan, namelijk:
- als de inkomsten sneller dalen dan de kosten;
- als de kosten sneller stijgen dan de inkomsten;
- als de kosten stijgen, terwijl de inkomsten dalen.
Stappenplan
Als je de oorzaak van winstproblemen moet bepalen, kun je dit het beste gestructureerd benaderen. Kies bijvoorbeeld voor de volgende drie stappen:
Stap 1. Doe een aanname over de oorzaak van de problemen, bijvoorbeeld dat het probleem ligt bij de inkomsten.
Stap 2. Vergelijk de cijfers van het bedrijf met die in het verleden. Als de inkomsten dit jaar met 20% zijn gedaald, dan is het duidelijk dat dat van invloed op de winst is. Soms is het hierbij handig om ook de cijfers van de concurrenten te bekijken.
Stap 3a. Zie je bij stap 2 dat je aanname uit stap 1 klopt, dan kun je die verder gaan onderzoeken. Zoek in dit geval dus uit waardoor de daling van de inkomsten veroorzaakt wordt. Evalueer hierbij alle beschikbare gegevens, zoals het aantal verkochte producten en de prijs per eenheid en doe dit voor de verschillende categorieën die er te onderscheiden zijn (zoals soort klant, soort product, regio).
Stap 3b. Als bij stap 2 blijkt dat je aanname uit stap 1 niet klopt, dan moet je een andere aanname doen. In dit geval dus dat de kosten zijn gestegen. Dit ga je uiteraard ook verder onderzoeken.
Dat de inkomsten zijn gedaald, wil overigens nog niet zeggen dat de kosten niet zijn gestegen. Je moet dus niet vergeten hier ook altijd naar te kijken.
Voorbeeld van een businesscase
Om het bovenstaande in praktijk te kunnen brengen wordt hier een voorbeeld van een businesscase gegeven die je in een case-interview kan moeten oplossen.
Een museum heeft afgelopen jaar zijn winst zien afnemen.
Vraag 1:
Hoe kun je de winst van een museum bepalen? Wat zouden de inkomstenbronnen van een museum kunnen zijn? Wat zouden vaste en variabele kosten kunnen zijn?
Vraag 2:
De winst is gedaald van € 600.000 vorig jaar naar € 175.000 dit jaar.
De inkomsten zijn gestegen van € 2.000.000 vorig jaar naar € 2.625.000 dit jaar.
Onderzoek de winstgevendheid van het museum. Wat is je conclusie?
Vraag 3:
De kosten zijn gestegen van € 1.400.000 vorig jaar naar € 2.450.000 dit jaar.
De stijging van de kosten is voornamelijk veroorzaakt door een uitbreidingsproject, waarvoor een naastliggend pand moest worden gehuurd. De verwachting was dat het bezoekersaantal hiermee kon worden verdubbeld.
Wat is je conclusie?
Vraag 4:
Welke conclusies kun je trekken uit onderstaande cijfers?
Antwoorden
Vraag 1:
Om de winst te kunnen bepalen moet je weten wat de kosten en wat de inkomsten van het museum zijn. De inkomsten worden gevormd door het aantal betalende bezoekers. Zij besteden geld aan een ticket en aan horeca. De gemiddelde ticketprijs maal het aantal bezoekers en het gemiddeld bedrag dat bij de horeca wordt uitgegeven maal het aantal bezoekers geven samen de inkomsten.
De vaste kosten bestaan bijvoorbeeld uit huur, personeelskosten en collectiekosten. De variabele kosten worden gevormd door het eten en drinken dat voor de horeca moet worden ingekocht.
Vraag 2:
Op basis van de verstrekte informatie lijkt het erop dat de inkomsten zijn gestegen terwijl de winst is gedaald. Een logische aanname is dan ook dat de winst is gedaald doordat de kosten zijn gestegen.
Vraag 3:
Het lijkt erop dat de winst is gedaald, omdat de kosten sneller zijn gestegen dan de opbrengsten. Een logische volgende stap is om zowel de kosten als de opbrengsten omlaag te brengen, zodat duidelijk wordt waarom de omzetgroei de kostengroei de afgelopen 12 maanden niet heeft bijgehouden.
Vraag 4:
Hoewel het oppervlakte van het museum is verdubbeld, is het aantal bezoekers maar met 50% gestegen. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, bijvoorbeeld:
- het museum heeft de collectie niet uitgebreid of extra tentoonstellingen gehouden;
- het museum heeft geen bekendheid gegeven aan de uitbreiding;
- er is niet genoeg belangstelling voor de extra museumruimte.
Er wordt bovendien gemiddeld per bezoeker minder geld uitgegeven in de horeca. Dit kan er op duiden dat de extra bezoekers niet zo veel eten kopen, misschien omdat er geen extra horecavoorziening is bijgekomen. De inkoopkosten van het voedsel zijn hetzelfde gebleven. Misschien worden er nu goedkopere gerechten of gerechten van mindere kwaliteit geserveerd.
Alle vaste kosten zijn wel verdubbeld, wat logisch is omdat het oppervlakte van het museum twee maal zo groot is geworden.