Een matrix oplossen lijkt erg moeilijk als je dit niet vaak doet. Je moet immers logisch kunnen redeneren en verbanden zien tussen figuren. Veel intelligentietesten gebruiken matrixen om te testen hoe goed jij bent logica. Het is dus belangrijk om goed te scoren bij oefeningen met matrix figuren om bijvoorbeeld ergens toegelaten te worden. Matrixen oefenen doe je met onze oefenpakketten, maar lees ook goed onderstaande informatie voor een optimale voorbereiding.
“Specifieke voorbereiding op alle soorten matrixen, alleen bij Hellotest.”
Corstiaan Smit – assessment trainer
Misschien googelde je al eens “Wat is een matrix?” als je hoorde dat je voor een test matrixen moet oplossen. In het kort zijn matrixen een bekende vorm om logisch redeneren tijdens een intelligentietest te toetsen. Het is een picturale test, waarbij afbeeldingen of matrix figuren worden gebruikt. Matrixen staan bekend als cultuurvrij. Deels omdat bijvoorbeeld taal en opleiding geen rol spelen. Ook zijn de gebruikte vormen niet voorbehouden aan bijvoorbeeld West-Europa. Dus kan iedereen, ongeacht afkomst, opleiding of taal met elkaar vergeleken worden. ‘Matrix redeneren’ is dus een soort van redeneren waar iedereen op kan worden getest.
De matrix is bedacht door John Raven in 1938 en wordt daarom ook wel Raven’s Progressive Matrices, of simpelweg ‘Raven test’, genoemd. John Raven ontwikkelde drie variaties op de Raven progressive matrices test:
Deze drie Raven testen worden eigenlijk niet meer gebruikt. Wel wordt de vorm zoals die door John Raven bedacht is, gebruikt.
Je kunt matrixen oefenen door te oefenen op de verbanden die worden getest met matrixen. Dit is een voorbeeld van de algemene opbouw van een matrix.
Een matrix bestaat uit negen vlakken. Deze vlakken bevatten figuren. Die figuren kunnen dynamisch of statisch zijn.
Meestal moet het vlak rechtsonder ingevuld worden. Soms een ander vlak. Dat wisselt per assessmentbureau.
Een voorbeeld van een matrix waarbij de figuren in de rijen en kolommen een verband hebben.
Telkens krijgt het figuur in een kolom of rij een hoek erbij. Dus moet het figuur rechtsonder zeven hoeken hebben.
Bij een matrix verandert er telkens iets volgens een bepaalde regel. Een aantal eenvoudige verbanden zijn:
Eerder vertelden we natuurlijk al over Raven’s progressive matrices, maar ieder assessmentbureau maakt ook weer gebruik van verschillende matrixen. Voorbeelden daarvan zijn PiCompany, LTP en Talent Q. Hieronder zie je enkele matrix voorbeelden voor deze assessmentbureaus.
PiCompany matrixen. Het lastige aan deze matrixen is dat je op de kolommen en rijen moet letten. Soms moet je een combinatie van kolommen en rijen toepassen om het antwoord te vinden. Daarnaast bewegen de elementen in het vakje zelf; daarom noemen we dit ook wel een bewegende matrix.
LTP matrixen. Bij LTP matrixen gaat het zowel om verbanden in kolommen en rijen. Daarnaast worden er heel veel verschillende figuren gebruikt in de vragen. De verbanden bij deze test zijn statisch: de elementen in het vakje bewegen niet.
Talent Q matrix. Ook dit is een bewegende matrix. Er gebeurt heel veel in zowel de matrix als de antwoorden. Je zult dus heel goed moeten letten op de verbanden.
Heb je een uitnodiging gehad om Raven’s progressive matrices tijdens een assessment te maken? Dan wordt matrixen oefenen sterk geadviseerd. Om goed te scoren op assessment tests, biedt Hellotest verschillende pakketten aan. Zo kun je oefenen en krijg je matrix uitleg bij matrixen die je niet snapt.
Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor het Hellotest totaalpakket. Hierbij krijg je 60 dagen toegang tot ruim 10.000 vragen. Kraak je je hersenen op enkele matrixen? Dan kunnen onze trainers je telefonische matrix uitleg geven. Je kunt ook kiezen voor oefenpakketten gericht op specifieke assessmentbureaus. Kies jij voor het Talent Q Elements Oefenpakket, het PiCompany Connector Ability Oefenpakket of het LTP Oefenpakket? Bij al onze oefenpakketten krijg je duidelijke uitleg in lessen, gevolgd door oefentesten op vergelijkbaar niveau.
Matrixen oefenen? Dat doe je met Hellotest!