Hoe kun je figuurreeksen oefenen?
Vooraf:
Er bestaan verschillende figuurreeksen. Een figuurreeks die je vaak tegenkomt is de volgende:

In bovenstaande afbeelding noemen we elk vakje dat een sterretje en klokje bevat een figuur. Er is dus een reeks van vier figuren en het vijfde figuur moet bepaald worden. Het sterretje en klokje noemen we elementen.
Tip 1: zoek de verandering van de elementen
Draaien

In bovenstaande afbeelding zie je dat het element met de klok mee draait. Dit is een veelvoorkomende verandering van elementen. Nu is het vrij makkelijk om het antwoord te bepalen:

Andere mogelijke veranderingen zijn:
- Positie
- Kleur
- Vorm
- Grootte
- Aantal
Tip 2: verdeel de figuren in rasters
Positie

In bovenstaand figuur zie je dat het element van positie wisselt in het figuur. Dit is iets makkelijker te zien door het figuur in een raster te verdelen:

Je kan zien dat het figuur met de klok mee beweegt. Nu is het antwoord makkelijk te bepalen:

Tip 3: leer patronen herkennen
Door veel te oefenen, leer je meerdere vaste patronen herkennen van de elementen. Een aantal veelvoorkomende patronen zijn bijvoorbeeld:
- Met de klok mee bewegen
- Tegen de klok in bewegen
- Diagonaal op en neer
- Horizontaal op en neer
- Verticaal op en neer
Voorbeeld: diagonaal op en neer

In bovenstaand figuur zie je dat het element telkens diagonaal oversteekt naar de andere hoek. In een raster ziet dat er zo uit:

Het antwoord is weer vrij makkelijk te bepalen:

Tip 4: los elementen één voor één op

Er zijn nu twee elementen in het spel: een klokje en een pijltje. Beide elementen hebben een andere beweging:
- Klokje: beweegt met de klok mee
- Pijltje: draait tegen de klok in
Om de oplossing te vinden, begin je met één element. Bijvoorbeeld het klokje. Dat moet rechtsonder eindigen. Het pijltje draait tegen de klok in en moet naar links wijzen. Dan is het juiste antwoord D.

Tip 5: sluit foute antwoorden uit

In bovenstaand figuur gebeuren meerdere dingen:
- Het sterretje heeft een beweging
- Het klokje verandert om en om
Als we alleen naar het klokje kijken, kunnen we vaststellen dat het een klokje zonder streep moet worden. Dus dan vallen C en D al af. Nu is het pas nodig om te kijken naar de beweging die het sterretje maakt.
Het sterretje gaat horizontaal op en neer, dus die eindigt linksboven. Dan moet B het juiste antwoord zijn.
Extra tip 6: oefen specifiek voor jouw assessment
Figuurreeksen zijn er in veel vormen. Bovenstaande tips gelden voor alle figuren, maar het is beter om de figuren te oefenen die je krijgt op jouw assessment.
Oefen dus figuurreeksen voor jouw assessment! Zoek op welk bureau het assessment afneemt en oefen die figuren. Benieuwd naar de verschillen?

Met de klok mee vanaf linksboven gezien: SHL, LTP, PiCompany, Meurs HRM / Eelloo.
Zoals je kunt zien, is elk bureau compleet anders. Dezelfde principes gelden, maar je zult toch moeten oefenen voor jouw specifieke bureau. Het is namelijk zonde als je heel veel moeite hebt met figuren van Meurs HRM en die onnodig oefent voor PiCompany.
Antwoorden: D, E+F (bij deze figuurreeksen moet je twee antwoorden geven), A en B.
Welke assessmentbureaus maken gebruik van figuurreeksen?
Zoals hierboven al duidelijk werd, worden figuurreeksen gebruikt bij meerdere assessmentbureaus. Het type figuurreeks is verschillend per assessmentbureau.
Dynamische figuurreeksen zijn vast onderdeel van onder andere:
Statische figuurreeksen komen voor in de testen van onder andere: