Frameworks bij een case interview
Om tijdens een case interview een businesscase op te lossen, kun je gebruikmaken van een frameworks. Welke frameworks zijn er en waarbij kun je ze toepassen?
Vaste case interview frameworks
Een framework geeft je een structuur en een manier waarop je problemen kunt benaderen. Een probleem wordt hiermee opgesplitst in verschillende onderdelen, die je een voor een kunt oplossen.
Er zijn verschillende soorten vaste frameworks die je kunt gebruiken, zoals:
- Profitability framework
- 4P’s framework
- Vijfkrachtenmodel van Porter
- 3C’s framework
- Market entry framework
- Pricing framework
- Merger and acquisition framework
1. Profitability framework
Om de winstgevendheid van een activiteit uit te kunnen rekenen kun je gebruikmaken van het profitability framework. Dit is het meest elementaire framework voor een bedrijfsanalyse. Je kunt zo de winst berekenen door de opbrengsten en de kosten inzichtelijk te maken.
De opbrengsten krijg je door de prijs per eenheid te vermenigvuldigen met het aantal verkochte eenheden. De opbrengsten kun je onderverdelen per soort product, per soort klant, per distributiekanaal of geografisch.
Als kosten heb je te maken met vaste kosten en met variabele kosten. Voorbeelden van vaste kosten zijn de huur van het bedrijfspand en de salarissen van de medewerkers die in dienst zijn. Variabele kosten zijn rechtstreeks af te leiden van het aantal eenheden dat je produceert. Voorbeelden van variabele kosten zijn grondstoffen, leveringskosten en directe arbeidskosten.
2. 4P’s framework
Het 4P’s framework, ook wel de marketingmix genoemd, wordt gebruikt om de marketingstrategie te bepalen, bijvoorbeeld bij de lancering van een nieuw product of de herziening van de positionering van een bestaand product. De 4P’s staan voor Product, Prijs, Promotie en Plaats. Door één van de P’s te veranderen kunnen de bedrijfsresultaten beïnvloed worden. Bij de juiste combinatie van de vier P’s zijn de bedrijfsresultaten optimaal. Als je in een case interview het 4P’s framework gebruikt, moet je voor de gegeven situatie voor iedere P de juiste keuze maken.
- ‘Product’ staat voor de belangrijkste eigenschappen van het verkochte product. Hiermee hangt onder andere samen in hoeverre het product voldoet aan de behoefte van de klant, hoe en door wie het product gebruikt wordt, de levenscyclus van het product en concurrerende producten die verkrijgbaar zijn.
- Met ‘Prijs’ wordt de verkoopprijs van het product bedoeld. Deze is onder meer afhankelijk van de productiekosten, de prijs van concurrerende producten en de prijsgevoeligheid van de klant.
- Met ‘Promotie’ wordt het product onder de aandacht van de klant gebracht. Er zijn verschillende manieren om dit te doen, bijvoorbeeld met reclame op de radio of televisie, via social media of met behulp van advertorials in een tijdschrift.
- ‘Plaats’ gaat over de distributiekanalen en verkooppunten van het product. Je kunt bijvoorbeeld kiezen tussen fysieke winkels en webshops.
3. Vijfkrachtenmodel van Porter
Het vijfkrachtenmodel van Porter is een framework dat vaak door CEO’s wordt gebruikt om het winstpotentieel van een markt te bepalen. Volgens het model zijn hierbij vijf factoren van invloed, die ‘krachten’ worden genoemd. Deze vijf krachten zijn:
- Onderhandelingskracht van de klanten: deze hangt onder meer af van het aantal klanten en het aantal leveranciers, het belang van het product voor de klant en de beschikbaarheid van informatie voor de klant;
- Leveranciers: deze macht hangt samen met het aantal leveranciers, de differentiatie van de leveranciers en het gemak waarmee naar een andere leverancier kan worden overgestapt;
- Substituten: in welke mate er vervangende producten op de markt beschikbaar zijn;
- Nieuwkomers: hoe gemakkelijk het voor concurrenten is om in de bedrijfstak binnen te komen;
- Bestaande rivalen: in hoeverre de bestaande rivalen een reële bedreiging vormen bij een bepaald product.
4. 3C’s framework
Bij het 3C’s framework staan drie componenten centraal: Customers (klanten), Competition (concurrentie) en Company (bedrijf). Het wordt vaak gebruikt om strategieën van bedrijven op te stellen. Dit framework vertoont veel overeenkomsten met het vijfkrachtenmodel van Porter. Bij het 3C’s framework gaat het erom te bepalen wat de drie C’s zijn:
- Customers: wie zijn de klanten? De klanten worden onder andere omschreven aan de hand van demografische gegevens (leeftijd en dergelijke), de behoefte van de klanten en de prijsgevoeligheid.
- Competition: hoe staat het met de concurrentie? Hoe groot is het marktaandeel van de concurrenten en hoe is hun financiële gezondheid?
- Company: waardoor wordt het bedrijf gekenmerkt? Denk hierbij aan het aanbod van producten, de unique selling points, de financiële middelen, de winstgevendheid, enz.
5. Market entry framework
Het market entry framework kun je gebruiken om te bepalen of een bedrijf een nieuwe markt moet betreden, bijvoorbeeld met een nieuw product of in een ander land. Er wordt dan naar de volgende punten gekeken:
- Markt: wat zijn de kenmerken van de nieuwe markt? Je moet dan denken aan de omvang van de markt, de producten die al beschikbaar zijn, de winstgevendheid, de concurrentie en de regelgeving.
- Klantcapaciteit: zijn er geschikte klanten voor de nieuwe markt? Wat is het verschil met de klanten op huidige markt?
- Financiën: in hoeverre is het financieel zinvol om een nieuwe markt aan te boren. Wat kost het om de nieuwe markt te betreden, wat zijn de verwachte inkomsten, wat is het rendement van de investeringen?
- Toetredingsstrategie: hoe kun je de nieuwe markt het beste betreden? Wat is het beste tijdstip, begin je eerst slechts in één regio, regel je alles vanuit het hoofdkantoor?
6. Pricing framework
Het pricing framework wordt gebruikt om de prijs van een nieuw product of een nieuwe dienst te bepalen. Er zijn verschillende manieren om een prijs te bepalen, namelijk:
- Kosten: wat is de kostprijs (rekening houdend met de vaste en variabele kosten) en hoe groot is de beoogde winst?
- Waarde die de klant toekent aan het product: hoeveel is de klant bereid te betalen?
- Concurrentie: wat kost een vergelijkbaar product bij de concurrent?
- Algemene prijsstrategie van het bedrijf.
7. Merger and acquisition framework
Als een bedrijf een ander bedrijf wil overnemen of wil fuseren met een concurrent kan het gebruik maken van het merger and acquisition framework. Er wordt daarbij naar vier elementen gekeken:
- De markt: onder andere de omvang van de markt en de groeimogelijkheden en de winstgevendheid;
- Het doel: onder andere de huidige en toekomstige financiële positie, de bedrijfscultuur en de kwaliteit van het managementteam;
- De koper: de motieven van de koper;
- Synergieën en risico’s: wat kan de overname of fusie opleveren en welke risico’s zijn er dat het misloopt?
Toepassing van frameworks bij case interview
Het is goed om kennis te hebben van bovenstaande frameworks, maar dat wil niet zeggen dat je er altijd eentje moet uitkiezen om een businesscase tijdens een case interview op te lossen. Sommige problemen lenen zich er voor om met een vast framework te werken. Als de businesscase bijvoorbeeld gaat over de lancering van een nieuw product, dan kom je al snel bij het 4P’s framework uit. In andere gevallen kunnen vaste frameworks echter niet toereikend zijn. In dat geval kun je het beste het probleem opsplitsen in deelproblemen, die je in kleine stapjes oplost. Door gestructureerd te werk te gaan en je interviewer mee te nemen in je gedachtegang heb je het meeste kans op succes.
Meer informatie over case interviews
Wil je meer gedetailleerde informatie over cases? Goed nieuws! We hebben namelijk ook artikelen geschreven over dieperliggende onderwerpen bij case interviews. Lees bijvoorbeeld meer over het specifieke finance case interview, maar ontdek ook hoe je de marktomvang kunt berekenen tijdens een case interview of de winstgevendheid van een bedrijf kan bepalen.
>We hopen dat je met deze informatie een succesvol case interview kunt voeren, waardoor je snel kunt starten bij je droombaan!
Andere assessments